Het plantseizoen is begonnen

Zomaar een dag…

Zomaar een dag die ik even wil beschrijven. Een dag die begon om kwart over vijf vanmorgen. Er wordt de laatste paar dagen mest gestort op het land wat we hebben gekocht. De mest moet ervoor zorgen dat het land vruchtbaarder wordt, zodat we erop kunnen gaan planten. Het land waar we al meer dan 1 ½ jaar mee bezig zijn om de landtitel te krijgen. Het is niet even betalen en het is geregeld, nee…
Eerst moeten minstens twee naaste familieleden van de verkoper getraceerd worden. Zij moeten allemaal op de hoogte worden gebracht van de verkoop van het land en hun handtekening zetten. Dan wordt er een bedrag aanbetaald en een aantal belangrijke mensen uit het dorp moeten tekenen als getuige. Het kan nl. maar zo zijn dat er op een zekere dag iemand verschijnt die zegt : ‘Dit is mijn land! Ik wist helemaal niets van een verkoop af.’ Nou… daar gaat je investering dan. Als al die mensen opgetrommeld zijn, de landgrenzen zijn bestudeerd, voor mij nog steeds een raadsel hoe ze aan een paar bomen en stenen kunnen zien wat de grenzen zijn, en men allemaal een vingerafdruk (niet iedereen kan z’n naam schrijven of heeft een handtekening) of een handtekening heeft gegeven kan het echte werk beginnen.
Het kantoor voor de landtitels moet worden ingeschakeld. Mensen hebben het daar (natuurlijk) enorm druk maar met wat extra centjes ben je iets eerder aan de beurt dan de rest. Ze moeten het land komen opmeten, er een tekening van maken en dan moet het nog door een aantal mensen goedgekeurd worden. Nog een goedkeuring en we hebben het papiertje in handen maar meneer is nooit op de plek waar hij wezen moet. Maakt niet uit wij zijn alvast maar begonnen want we hebben er (nog) zin in.
Eerst alle bomen, stronkjes en bush uit te wegruimen, puur handwerk hier. Blijkt dat de man die ook op het land aan het ploegen was, mijn geiten heeft gejat, nou… die samenwerking is over! Toen pas wilde de tractor komen, maar die had het erg druk, dus 4 maanden later, eindelijk de tractor eroverheen. Er zijn 3 van de 7 acres machinaal omgeploegd, maar omdat de grond heel hard was moeten we eerst wachten op heel veel regen. De regen valt, maar nog niet genoeg, wachten dus. Maar we kunnen niet te lang wachten met de mest, want die is blijkbaar in het regenseizoen onvindbaar (misschien poepen koeien niet tijdens de regen?). De mest is duur en veel gevraagd dus zijn we begonnen met het brengen van het heerlijk geurende goedje. Helaas willen er wat dorpelingen ook van profiteren en werd er na 3 dagen geconstateerd dat er koeienpoep gejat wordt! Snel een mannetje zoeken die ‘s nachts de wacht gaat houden en iedereen fijnhakt met zijn mega kapmes, die ook maar een vinger naar de poep uitsteekt. Deze man wil natuurlijk niet in de kou zitten, dus moet er een huisje worden gebouwd. Het is plantseizoen, zaadjes moeten de grond in voor de nieuwe oogst en zo is ook onze ‘Bob de Bouwer’ druk in de weer met planten en heeft hij pas over een week tijd om een huisje te bouwen.
De nieuwe bewaker is te vertrouwen volgens onze security guard die met hem kwam aanzetten, het is een goede vriend van hem (zouden ze regelmatig gezellig aan de Oegandese alcohol zitten?). Nou ja, je hebt geen andere keus om het maar aan te nemen, je bent allang blij dat er een gek is die in het pikkedonker, in een tent (noodoplossing) in the middle of nowhere koeienpoep wil gaan bewaken. Ik kwam amper met mijn bus door de diepe greppel die naar het land leidt en na wat gepiel in het donker stond die tent. Welterusten meneertje! Houdt de wacht en ga alsjeblieft niet liggen snurken, tot morgen half zes. Ik sta gebruikelijk om kwart voor zes op dus een kwartiertje vroeger was niet zo erg.
Kwart over 5 wordt ik uit mijn bed gebeept (mensen hebben niet genoeg beltegoed om te bellen) door mijn security guard. Tijd om in onze bolide te springen en maar hopen dat we weer over die greppel komen deze keer (was niet echt een succes de avond ervoor). De mest bewaker was (al/nog) wakker en heeft gelukkig niemand hoeven afslachten maar hij hoorde wel mensen ‘s nachts passeren en over de mest praten. Zes uur thuis, meiden uit bed gehaald en klaargestoomd voor school, Roos aan de diarree, hoesten… dus een dagje thuis om te kijken of de situatie zou verslechteren. Integendeel, ze heeft de hele dag zitten kleuren en zingen, morgen dus weer naar school.
Ik zou vandaag eigenlijk al vertrekken richting Kampala, een hele “to do” lijst die al weken afgewerkt moet worden, maar waar ik niet aan toe kom (tandarts, postkantoor, advocaat, die en die bezoeken, etc). Dat plan liep (natuurlijk) mooi in duigen door het koeienpoepprobleem. We moesten voor vanavond een slaapplek regelen en we hebben een fiets aangeschaft voor het project, zodat wie hem nodig heeft, hem kan lenen. Op dit moment de mestbewaker, want die woont hier 45 min. vandaan. Nou ja, dan maar niet naar Kampala, maar naar de begrafenis die gepland stond voor 2 uur. Een van de begeleiders van het meisjesslaaphuis van school is overleden.
Een lieve vrouw van 36, ze had kanker, helaas zijn de technieken in Oeganda zeer beperkt en ga je zo goed als altijd dood, als je hier kanker krijgt (als het uberhaupt al geconstateerd wordt ) Ze laat 7 jonge kinderen achter. Ik zou wat kinderen van school rijden naar de plek van bestemming. We stapten de bus in met heerlijk zoning weer en begonnen aan een trip van nog geen 10 minuten. Twee uur begrafenis, half 2 week weg, dus dat zou een eitje moeten zijn. Was het niet dat het na 5 minuten begon te hozen en er geen sprake meer was van een (vond ik) begaanbare weg. Rose (de directrice van de school) zat naast me en zij dat ik sterk moest blijven, ik kon het. Met het zweet in mijn handen, 25 kinderen op de achterbank gepropt, mijn hoofd regelmatig uit het raam hangend om te kijken of mijn band aan de juiste kant van de weg bleef en glibberend over de weg bereikten we om tien over 2 de plek van bestemming.
Mensen stonden bijgepakt onder de kleine afdakking die gemaakt was van zeil. Brommertjes slingerden met drijfnatte passagiers over de paden. Trucks volgeladen met familieleden en dorpelingen (over overloading gesproken) kwamen aangereden Iedereen ging het kleine modderhuisje in om een blik te werpen op de overledene. Ook alle schoolkinderen, leraren en ik. Vrouwelijke familieleden ziten huilend en schreeuwend naast de kist, die half open stond. De muffige lucht in het huis en de aanschouwing van het verdriet deed me kippenvel bezorgen. De oudste zoon staat buiten tussen de menigte en laat stil zijn tranen over zijn wangen glijden. Niemand die een arm om hem heenslaat, of zich voor hem interesseert.
De nieuwe priester maakt zich niet erg geliefd in zijn eerste week hier. De oude priester is overgeplaatst, erg jammer, het was een zeer aardige en betrokken man. Zelf was hij ook niet blij om te gaan, maar hij had geen keus. Aangezien de nieuwe priester zich niet gemeld heeft om 1 uur (werkelijke aanvangstijd) om de ceremonie te beginnen neemt iemand anders het heft in handen. Met een microfoon, die wordt gevoed met elektriciteit van een autoaccu en die versterkt wordt door een megafoon kan iedereen het verhaal van Ruth (de overledene) horen. De laatste huilende familieleden worden het huis uitgezet en het is tijd om de kist naar buiten te brengen. De kist wordt pontifikaal tussen de menigte gezet en de laatste eer kan worden bewezen. Na een aantal minuten wordt de kist gelift om naar de laatste rustplaats in de plantage van haar ouders te worden neergelaten. Op de achtergrond grote pannen met voedsel waar iedereen een beetje van krijgt na afloop. De priester meldt zich eindelijk om 4 uur, hij is te laat, wat niet heel ongewoon is hier, maar als priester zou je je toch een beetje aan de tijd moeten houden (zeker als je net nieuw bent), al is het maar uit respect voor de nabestaanden.
Ik probeer alles in me op te nemen en vind het hele tafereel fascinerend en verdrietig tegelijk. De kinderen van de overledene moeten apart gaan zitten. De twee oudste jongens moeten gaan staan en krijgen een mand in hun handen geduwt, daar kan ieder die wil een bijdrage in deponeren. Op de achtergrond klinkt het koor, dat rustig doorzingt, terwijl zelfs de armste mensen een centje in de bak werpen. De lijst met “grote” bijdragers wordt voorgelezen en lijkt wel oneindig. Terwijl de meneer met de microfoon lekker doorratelt, wordt het geld uit de mand gesmeten en moeten er twee andere jongens, die een nog met tranen bedekt gezicht hebben, het geld sorteren en kijken wat er aan buit is binnengehaald. De moeder van de overledene zit tussen de andere vrouwen en is kapot van verdriet. Wij maken aanstalten om te gaan, ik maak een foto (dat mag).
De kleurige gewaden van de vrouwen, de meeste met versleten teenslippers eronder, mensen die toegestroomd zijn en tussen de bananenbomen staan om hun laatste eer te betuigen (als je niet naar begrafenissen gaat zal niemand op die van jou komen) allemaal met hun eigen gedachten, emoties en verdriet. Ik realiseer me even, dat dit het echte leven is voor mij, geen lijkwagen, geen mooie kist, geen koffie met cake. Mensen moeten morgen weer verder, er is weinig tijd om te rouwen, er moet weer eten op de plank komen en land moet worden omgespit. De mensen hier moeten zo gehard zijn om, denk ik, te overleven.
De regen was gelukkig gestopt en de zon had de meeste paadjes alweer opgedroogd. Op de terugweg namen we een kortere route, veel makkelijker begaanbaar en nog korter ook… Geen idee waarom we heen ook niet zo waren gereden (logica????). Bij thuiskomst kinderen badderen, eten klaarmaken en toen ging de telefoon. De security guard melde even dat hij vanavond niet zou komen. Dit gebeurt wel vaker, meestal de dag nadat ik zijn salaris heb betaald (en dat heb ik gisteren gedaan!). Dan neemt ie het er lekker van. Nadat er is ingebroken, de nacht dat ik naar Nederland vertrok, slaap ik amper als de security guard er niet is. Het gevoel dat mensen me in de gaten hebben gehouden en dat misschien nog wel doen, maakt me bang. Ik kan uiteindelijk niets met de twee kapmessen die naast mijn bed liggen en met de pijl en boog heb ik ook geen ervaring. Nou komt er heus niet iemand zo maar binnen hoor, het is net Fort Knox, maar waar een wil is is een weg. Vroeger had je je vader, dat was de sterke man, die je behoede voor alle enge dingen. Helaas… ik ben papa en mama tegelijk en had graag het sterke papa gedeelte af willen staan aan een stoere man.
Ik was vandaag al niet naar Kampala gegaan om dit hele gedoe met mestbewaker te regelen, zodat ik morgen met een goed gevoel op de vroege bus zou kunnen stappen. Nu is er dus niets geregeld en heb ik maar een hele lijst met klusjes gemaakt, die ik vanacht kan afhandelen. De buurjongen is ter versterking gekomen, toch fijn om een soort van man in huis te hebben (hij heeft hele grote spierballen) en we hebben voor het eerst de pup voor de deur geinstalleerd. Ik had verwacht dat hij de hele nacht zou gaan janken maar op dit moment ligt ie prinsheerlijk te tukken op de door hem kapotgebeten bankkussens. Als hij de indringers net zo aan gort scheurt als die kussens maak ik me nergens zorgen om

Ik wens jullie allemaal een goede nacht en ben benieuwd wat de dag van morgen weer brengt…